Wat is familiaire hypercholesterolemie (FH)?

FH is één van de meest voorkomende erfelijke ziekten: ongeveer 1 op de 250 mensen heeft FH. Bij FH zuivert de lever onvoldoende LDL-cholesterol uit het bloed. Dit leidt tot premature atherosclerose. Er zijn 3 veel voorkomende genen die bij een mutatie FH kunnen veroorzaken:

Het LDL receptor gen: bij een mutatie in dit gen maakt het lichaam onvoldoende of niet-werkende LDL-receptoren;
Het PCSK-9 gen: bij een mutatie in dit gen wordt de LDL receptor versneld afgebroken;
Het APO-B gen: bij een mutatie in dit gen wordt de binding van LDL verstoord.

Klachten & verschijnselen

Door de ophoping van LDL-cholesterol kunnen patiënten met FH op jonge leeftijd vaatproblemen ontwikkelen en/of een hart- of herseninfarct krijgen.

Cholesterol kan zich ook ophopen in pezen, bij de knokkels, op de rug van de hand (xanthomen), in de huid onder de ogen (xanthelasmata) en als een witte ring rond de iris van het oog (arcus lipoides). 10-15% van de FH-patiënten heeft geen verhoogd cholesterol.

Diagnose

Op basis van de genoemde klachten en verschijnselen, in combinatie met bloedonderzoek, kan FH worden vermoed.
De diagnose FH kan worden vastgesteld met DNA-onderzoek.

Behandeling

FH kan worden behandeld middels een statine en/of cholesterolabsorptie remmer.

Ook is het van belang leefstijladviezen te geven, waaronder een dieet, regelmatig bewegen en niet roken.

In de richtlijn uit 2018 worden de precieze behandeladviezen beschreven.

Erfelijkheidsonderzoek & adviezen

voor familieleden

Om een erfelijke oorzaak van verhoogd cholesterol vast te stellen, kan DNA-onderzoek worden ingezet. FH erft autosomaal dominant over. Dit betekent dat eerstegraads familieleden (kinderen, broers en/of zussen en ouders) van FH-patiënten 50% kans hebben ook drager te zijn van de mutatie. De meest voorkomende oorzaak is een verandering (mutatie) in het LDL-receptor gen.

Wanneer bij DNA-onderzoek een pathogene (ziekteveroorzakende) mutatie wordt gevonden, kunnen eerstegraads familieleden eveneens DNA-onderzoek laten doen. Familieleden die drager blijken te zijn van de mutatie, wordt geadviseerd zich te laten behandelen.

Familieleden die geen drager zijn van de mutatie hebben ook geen FH. Ook kunnen zij de mutatie niet aan eventuele kinderen door hebben gegeven. Wanneer familieleden zich niet willen laten testen, wordt hen geadviseerd het cholesterolwaardes te laten bepalen via de huisarts.

Nog niet alle genen die betrokken zijn bij het ontstaan van FH, zijn bekend. Ook als er geen mutatie wordt gevonden bij DNA-onderzoek, kan er nog wel sprake zijn van een erfelijke oorzaak. Het is dan voor familieleden niet mogelijk om genetisch onderzoek naar de erfelijke aanleg voor FH te doen. Naaste familieleden wordt in dit geval geadviseerd hun cholesterolwaardes te laten bepalen via de huisarts.

Bij genetisch onderzoek kan een mutatie worden gevonden waarvan onduidelijk is of deze FH veroorzaakt (klasse 3 of 4 mutatie). Afhankelijk van het type mutatie dat wordt gevonden, geeft de arts of genetisch consulent een advies voor familieleden. Dit kan bestaan uit een cholesterol test, of uit een combinatie van een cholesterol test- en genetisch onderzoek.

Wat wordt er geadviseerd voor minderjarige kinderen?

Bij FH kan iemand al vanaf de geboorte een verhoogd cholesterol hebben. Voor minderjarige kinderen wordt daarom geadviseerd om vanaf de leeftijd van 6 jaar genetisch onderzoek te laten doen, in verband met belang van leefstijladviezen.

Voor meer informatie over FH, om patiënten te verwijzen, of zelf – als medisch specialist of huisarts – DNA-onderzoek aan te vragen, kunt u kijken op LEEFH.

illustratie klein meisje