CARDIOLOGISCH ONDERZOEK
Wanneer u bij de cardioloog bent, is het mogelijk dat hij of zij één van deze onderzoeken voor u aanvraagt. Voorafgaand aan het onderzoek ontvangt u meer informatie over de voorbereiding, uitvoering en de uitslag van het onderzoek.
Elektrocardiogram
(ECG of hartfilmpje)
Bij een elektrocardiogram worden de elektrische signalen van het hart geregistreerd met behulp van elektroden.
Voor het onderzoek smeert de assistent eerst een beetje gel op uw borst. Vervolgens worden aantal draden (elektroden) met plakkers op uw borst, de polsen en de enkels geplakt.
Deze elektroden zijn verbonden met een ECG-apparaat. Het ECG-apparaat vergelijkt en analyseert een aantal hartslagen. Hier voelt u niets van. Het maken van een elektrocardiogram duurt enkele minuten.
Echocardiogram
(ECHO)
Een echocardiogram is een ultrageluidscan van het hart. Hierbij ontstaat een beeld van de vorm en beweging van het hart. Hiermee kan de cardioloog meer te weten komen over de werking en de anatomie van uw hartspier en hartkleppen.
Bij een echocardiogram van het hart worden met geluidsgolven beelden gemaakt van het hart. Deze beelden zijn te zien op een monitor. U voelt niets van het onderzoek. De geluidsgolven die worden gebruikt zijn niet schadelijk en zijn zo hoog dat u ze niet kunt horen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een biotechnicus of een arts. Hierbij smeert de biotechnicus of de arts eerst wat gel op uw borst. Hiermee wordt gezorgd voor optimale geluidsoverdracht. Vervolgens worden 3 elektroden op uw borst geplaatst om uw hartritme in beeld te brengen. Met een apparaatje (zogeheten transducer) wordt uw hart in beeld gebracht vanuit meerdere richtingen. Het maken van een echocardiogram duurt ongeveer 20 tot 40 minuten.
MRI-onderzoek
Bij een MRI-onderzoek worden met behulp van een magnetisch veld en radiogolven signalen opgewekt, waarmee het hart in beeld kan worden gebracht.
Voor dit onderzoek neemt u plaats op een tafel, die in de MRI-scanner wordt geschoven. Tijdens het onderzoek krijgt u vaak instructies voor uw ademhaling. Hierbij kan u bijvoorbeeld gevraagd worden of u uw adem kortdurend in wilt houden. Een MRI-onderzoek duurt ongeveer 30 tot 60 minuten.
Holteronderzoek
(24-uurs ECG)
Een holteronderzoek is een doorlopende registratie van het elektrocardiogram (ECG) gedurende een periode van 24 tot 48 uur, tijdens uw dagelijkse activiteiten. Met dit onderzoek kunnen hartritmestoornissen opgespoord worden. Bij het onderzoek plaatst een assistent met plakkers elektroden op uw borst. De elektroden zijn verbonden met een recorder. Deze kunt u aan een riem om uw middel dragen of in een tasje. Tijdens het onderzoek kunt u alles doen wat u normaal gesproken ook doet. Daarbij wordt u gevraagd ondertussen uw activiteiten in een dagboek te noteren.
Inspannings- of fietstest
(ergometrie)
Tijdens inspanning (vaak fietsen, maar soms ook (hard)lopen) wordt een elektrocardiogram (ECG) gemaakt. Tijdens inspanning kunnen afwijkingen gezien worden op het ECG, die in rust niet optreden.
Bij deze test wordt ook het inspanningsvermogen en het verloop van de bloeddruk geregistreerd. Tijdens het fietsen wordt uw hartritme onderzocht door elektroden die op uw borst zijn geplaatst. De inspanningstest duurt ongeveer 25 minuten.
Ajmaline test
(Brugada syndroom)
Een ajmaline test, ook wel een flecaïnide test of provocatietest genoemd, wordt alleen gedaan bij een verdenking op brugadasyndroom of wanneer brugadasyndroom is vastgesteld in de familie.
Bij een ajmaline test wordt via een infuus het medicijn ajmaline toegediend. Bij het brugadasyndroom kunnen hierdoor specifieke afwijkingen op een elektrocardiogram (ECG of hartfilmpje) worden uitgelokt.
De cardioloog kan op basis van het ECG het brugadasyndroom uitsluiten of juist vaststellen.
Voorspellend cardiologisch onderzoek
(bij familieleden)
Wanneer bij iemand met een erfelijke hartziekte bij DNA-onderzoek geen mutatie of een mutatie met onduidelijke betekenis wordt gevonden, kan de hartziekte nog steeds erfelijk zijn. Familieleden hebben dan dus nog steeds een verhoogd risico op de hartziekte. Aan hen wordt cardiologisch onderzoek geadviseerd. Hiermee kan worden onderzocht of er bij het familielid kenmerken van de erfelijke hartziekte te zien zijn. Het wordt geadviseerd dit regelmatig te herhalen, omdat veel erfelijke hartziekten in de loop van het leven tot uiting kunnen komen.
Voor adviezen over voorspellend cardiologisch onderzoek bij een specifieke erfelijke hartziekte, kunt u kijken bij de informatie over deze hartziekte. De keuzehulp kan u helpen bij het besluit om wel/geen voorspellend cardiologisch onderzoek te laten doen.